Portugal en Spanje, juni 2024
Tekst: Annemarie Verhallen; foto's: Peter Verhallen
De Camino Portugues, een voettocht van Porto naar Santiago de Compostela
De Camino Frances vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port is de populairste wandel- en fietsroute naar Santiago de Compostela, maar zijn er nog veel meer routes naar de Spaanse bedevaartplaats. De route vanuit het zuiden vanaf het Portugese Porto is de kortste en is in twee weken prima te lopen. Deze route heeft als een grote bonus: het traject is een stuk rustiger dan de Camino Frances, die de laatste jaren heel druk is geworden.
Vele maatschappijen bieden de Porto-route volledig verzorgd aan, met bagagevervoer. Maar om het zelf te regelen blijkt heel makkelijk. Er zijn vele hotelletjes onderweg die je, ook in de populaire wandelmaand juni, rustig gaandeweg kunt boeken. Een hotelwandelaar heeft weinig nodig – alles kan, inclusief eten en drinken, in twee rugzakjes van 6 kg. Dus voor het bagagevervoer heb je niemand nodig. En het niet te onderschatten voordeel van zelf regelen is uiteraard dat je zelf je route en tempo kunt bepalen. Want, er lopen twéé routes. Eén door het binnenland en één langs de kust. Pas op tweederde van de route, in Redondela, komen de twee routes definitief bij elkaar. Onderweg van de ene naar de andere oversteken is geen probleem en, hebben we gemerkt, ook aan te raden.
Van Porto naar Belinho, drie dagen
Porto is een prachtige stad om te beginnen. We hebben een appartementje middenin het oude centrum. Vanaf de luchthaven ga je met de metro probleemloos het centrum in. Onze eerste gang is naar de kathedraal. Bij de ingang zit een on-Portugees chagrijnige mevrouw die behalve toegangskaartjes óók credencials (pelgrimspaspoorten) verkoopt én onze eerste stempel zet. Van blijdschap lopen we met rugzak en al de toren op. ‘Bom caminho' worden we aldaar begroet.
We gaan lekker onze eerste pulpo (octopus) eten, want daar zijn ze gek op langs deze kust.De volgende ochtend starten we langs de Douro en zijn mooie brug. Het is best druk met verkeer deze eerste kilometers en bovendien blijft het de hele dag miezeren. We hebben gekozen voor de (langere) kustroute en denken iedere dag minstens 25 km te lopen. Afgebrand vallen we die avond in ons bed. Oeps, dat wordt nog een hele klus!
De volgende dag schijnt het zonnetje en is alles anders. De prachtige kust met zijn rotsen, helblauwe zee en schuimende golven lacht ons tegemoet. We starten de dag met een koffietje en een taartje in een van de vele barretjes en de rest van de dag rolt het landschap moeiteloos onder onze voeten door. Bijna letterlijk want deze eerste drie dagen worden gekenmerkt door eindeloze plankiers zodat je bijna nooit door het zand hoeft te sjouwen en nauwelijks hoeft te klimmen. Nadeel van deze route is dat je als pelgrim niet opvalt tussen het strandvolk, wat het camino-gevoel niet ten goede komt.
Later verdwijnen de plankiers een tijdje moeten we sjouwen door het zand. Schoenen en sokken gaan uit en we stappen heerlijk door de woeste branding. Daarna komt echter de straf. Dit is geen Zandvoort. Het graniet-zand is zeer scherp en bijna niet te verwijderen van het kostbaarste bezit van de pelgrim, de voetjes. Eén korreltje kan een gemene blaar veroorzaken! Aan het eind van de dag vragen we ons af in welke van de enorme flatgebouwen die zich uitstrekken langs de kust ons appartementje zich zal bevinden. Maar, grote verrassing, langs deze kust staan precies drie huizen, pats aan de Camino, en in één daarvan bevinden zich zanderige appartementjes met een vriendelijke gastvrouw.
We lopen lekker door over de eindeloze plankjes. We zien nu best veel pelgrims, wat gezellige discussie over de route geeft als de plankiers (en de gele camino-pijlen) zomaar ophouden. Eigen navigatie op de telefoon komt nu toch weer goed van pas! Die avond eten we bij de enige optie in de wijde omgeving op een terras aan de weg. Wat we lekker vinden? Een kaart krijgen we niet te zien. Geen zorg in dit deel van de wereld, het is heerlijk, en kost een prikkie. Ons gastechtpaar vindt het zó leuk om pelgrims te ontvangen dat ze geëmotioneerd afscheid nemen.
Van Belinho naar A Guarda (Spanje), twee dagen
Gedaan is het met de plankiers, voor het eerst gaat het op-en-neer. Een welkome afwisseling, hoe mooi de kust ook is. We genieten van de spetterende riviertjes, glimmend in de zonneschijn. Er volgt een saai stuk langs de grote weg, maar de dag eindigt goed met een hoop kleine weggetjes door de oude dorpjes. In Carreco is maar één restaurant, wat er van buiten verontrustend verwaarloosd uitziet, maar het eten is uitstekend en de ober blijft cadeautjes brengen in de vorm van heerlijk ijs met een borreltje toe. Gezellige avond.
Dit was de laatste avond in Portugal, want we blijven de kustroute volgen naar Redondela.
De huisbazin vertelt ons dat we moeten reserveren voor de boot over de rivier de Miño naar Spanje, omdat de normale pont uit de vaart is en maar weinig plek is op de kleine bootjes. We danken haar voor de goede tip en geven het door aan Jan en Alleman onderweg, maar uiteindelijk blijkt het niet echt nodig. De bootjes vertrekken telkens half leeg.
We lopen weer een mooie route, eerst langs riviertjes door het bos en later weer langs de nog steeds winderige kust. We zien steeds meer bekenden.
Het is een woeste overtocht naar Spanje met een kapitein die vooraf waarschuwt voor ‘un poco viento (beetje wind), hahaha’. Spanje! Nog even de heuvel over en dan zijn er mooi op tijd in ons appartement in A Guarda.
Van A Guarda naar Chapela, drie dagen
Deze drie dagen lopen we teveel langs de soms zeer drukke weg. Onze aanbeveling: steek vóór de Spaanse grens onderlangs de Miño over naar de route in het binnenland. Met name het lange stuk langs Vigo loop je werkelijk niet voor je plezier.
Maar deze dag begint nog goed langs de ruige Atlantische kust. Er wordt flink gehinkt om ons heen. Langzamerhand zien we alleen nog maar bekenden. Het gaat veel langs de grote weg, maar de stukken die we eraf gaan zijn erg mooi.
Tijdens lunchtijd worden onze knorrende magen, in combinatie met gebakken visluchten, ons de baas. Op een zonnig terras tussen de middeleeuwse muren smullen we van scheermessen en inktvisballetjes, heel zwart op je bord en heel erg lekker. Wat een leven op zo’n pelgrimage!
De volgende ochtend gaat het pad gelukkig snel van de grote weg af. Dat betekent stijgen en dalen en veel pelgrims blijven stug doorlopen langs de weg. Jaja, voor veel mensen is het zwaar werk zo’n Camino, maar wij lopen heerlijk vandaag. Het laatste stuk gaat weer langs het strand; billen, borsten, worsten en teringherrie. We eten weer fantastisch zeebanket. Deze avond is er disco, maar met ramen en deuren gesloten merken we er gelukkig weinig van en de zonsondergang maakt veel goed.
Al snel lopen we de volgende dag langs de provinciale en het wordt van kwaad tot erger, heel veel verkeer en weinig te zien. We lopen dwars door Vigo, de berg op, de berg af, en eindigen in ons appartement in een rommelige drukke wijk. Gelukkig mét grote winkel zodat we lekker kunnen koken.
Van Chapela naar Padron, drie dagen
Het leed is geleden, we moeten even door alle drukke wegen terugklimmen naar de Camino, maar daarna bereiken we over een eindeloos en mooi bospad Redondela, waar de twee Santiago-routes bij elkaar komen. Direct is de sfeer heel anders, wow wat een hoop pelgrims. Overal hostals en overal stempels voor in je credencial. We hebben de hele dag mist, niet verkeerd want de mist brengt de sfeer terug op de route. Ons appartement ligt in Ponte Sampaio, een schattig oud dorpje, en geeft spectaculair uitzicht op een Osborne-stier. Of we moe zijn, wil Mia van de ontvangst weten. ‘Nou nee,’ antwoorden we tot haar grote verrassing. We gaan nog maar even wandelen, vooral om de stier van dichtbij te bekijken. Die avond boeken we alle verdere overnachtingen, want zowel Santiago als het weekend komen eraan.
De volgende dag kunnen we als vanouds genieten van de route. We passeren Pontevedra, die mooie stad, en er zijn veel bospaadjes met mooie stroompjes. Halverwege wordt het prachtig weer. Europa heeft een prutvoorjaar in 2024, en ook nu regent het bijna overal, maar niet bij ons hier in het als kleddernat bekendstaande Galicië! Santiago komt voelbaar dichtbij. Gek genoeg is het helemaal niet druk op de Camino dit traject. We heuvelen tussen de grote wegen in. Hele stukken gaan spectaculair over de enorme straatstenen van de Romeinse XIX. Je ziet de diepe sporen van de Romeinse karren. Hier en daar hinkt een pelgrim.
In het mooie oude bronstadje Caldas de Reis passeert de camino een prachtige Romeinse brug. We slapen in Padrón. En ’s avonds staat uiteraard op het menu: ‘Pimientos de Padrón’, en ‘pulpo a la Gallega’. Tip: bezoek hier pulpería Rial! Dit octopusrestaurant is niet te missen!
Van Padron naar Santiago, twee dagen
De 43 km die we in deze twee dagen lopen zijn inclusief een uitgebreid bezoek aan Padron en omgeving, en dat is een must, want als je Padron niet goed bekijkt, ben je niet echt op de Camino geweest! Er is een prachtige Jacobskerk met onder het altaar een dukdalf uit de Phoenische tijd, de Pedrón. (waar Padrón uiteraard zijn naam aan dankt) Volgens de overlevering is de boot met het lijk van Jacobus hier aangemeerd.
Vanuit de kerk mag je muntjes op de steen mikken, wat wel een beetje een kermis-attractie-idee geeft. Door de hele kerk vind je prachtige afbeeldingen uit het leven van Jacobus.
Het meest opmerkelijke: volgens het Nieuwe Testament is Jacobus onthoofd. Maar op alle afbeeldingen van Jacobus zit z’n hoofd er weer aan? Nou ja, niet te veel vragen stellen, dat is niet gepast.
Een beetje pelgrim loopt vervolgens hier de berg op (buiten de camino om), de Santiaguiño do Monte, want bovenop deze berg heeft Jacobus gepredikt. Je vindt hier nu een beeld van Jacobus, in weer en wind, bovenop een berg graniet. Én een heilige bron, én een voor de plaatselijke bevolking belangrijke Santiago-kapel. Een zeer sfeervolle, woeste en schitterende plek!
We lopen slechts 25 km vandaag om nog een stukje voor onze laatste dag te bewaren en vroeg op de dag fris in Santiago te arriveren. We verbazen ons over het geringe aantal medepelgrims, maar ze hinken voor tien. Bij wegkruizen zien we hele stapels schoenen liggen, van pelgrims die het verder op hun sandalen denken te volbrengen. Eerst lopen we weer een lelijk stuk langs de provinciale, maar dan lekker door de bossen en ook weer langs de Romeinse weg. Om vier uur 's middags zijn we al in ons schitterende oude landhuis. Er is een zwembad bij, tussen de bosjes. Onze zwemspullen liggen thuis vanwege de gewichtsbesparing, maar er is niemand. Hoppa plons! Heerlijk na al dat geloop.
Met gemengde gevoelens beginnen we aan onze laatste dag. We verheugen ons op Santiago, maar een weekje langer lopen was toch beter geweest voor het echte Camino-gevoel. De kilometers vliegen voorbij. Een paar km voor Santiago staat er opeens een splitsing: je mag links of rechts en rechts is 700 meter langer!? We kiezen als enigen van een sliert pelgrims voor de langere route en hopen maar dat dit een rustiger weg is. In de zon stappen we even later hand in hand het plein op. We moeten wringen door de meute en het is een waanzinnige herrie van de eindeloos luidende kathedraalklokken tegen een keiharde muziek op het plein. We moeten schreeuwen tegen elkaar en zijn toch ontroerd.
Als we klaar zijn met foto’s en omhelzen en kijken naar andere pelgrims en de kathedraal gaan we langs de Huiskamer-der-Lage-Landen. Het gastechtpaar is blij met onze vrolijke binnenkomst. We kletsen gezellig na. Slechts 30% van de Pelgrims bezoekt de huiskamer weten ze. Of we wat reclame kunnen maken? Bij deze. Om 19:30 is iedere avond in de kathedraal een pelgrimsmis. We zorgen er al om 19:00 te zijn, maar dat blijkt te laat, alle banken zitten propvol! Oeps, onze voeten zijn na al dat geloop niet in de stemming om anderhalf uur te staan. Maar opeens gaan er wat mensen weg, snel, prop! En we zitten.
Het is voor de volhoudertjes, want de mis is in het Spaans, maar tot onze blijde verrassing wordt aan het eind de botafumeiro in actie gebracht. Wiewoeiii! Wat een feest. Als toetje eten we zelf meegebrachte salade met visjes in het park boven ons hotel, met waanzinnig uitzicht op de kathedraal in de ondergaande zon. Voldaan naar bed.
Maar het is nog niet gedaan; de bedevaart is niet af voor je het graf van Jacobus bezocht hebt. 7 uur op en vóór het ontbijt naar de kathedraal om de rijen voor te zijn. We krijgen mooi zicht op de heiligdommen. Dan hebben we nog tijd voor een begeleide tocht naar de linker toren. Het blijkt een prachtige maar helse tocht over de nok van het nieuwe dak van de kathedraal, wat bestaat uit scheef liggende granieten platen. Opeens valt het op dat alle andere deelnemers minstens 20 jaar jonger zijn en gympen aan hebben. Prachtige uitzichten, dat wel, mag je niet missen. En dan wordt het weer tijd voor de luchthaven. Een snelle tocht naar huis, maar het duurt nog dagen voor ik weer helemaal geland ben in Utrecht.
