Skip to content 
Maas
Vietnam, Laos, Thailand, januari 2018

Fietsen van Danang (Vietnam) naar Ubon Ratchatani (Thailand)

tekst: Annemarie Verhallen

Weerzien met Vietnam: 23 jaar geleden fietsen we in zes weken van zuid naar noord door heel Vietnam, van Saigon naar Hanoi. Nu steken we vanuit Danang, halverwege aan de kust van de Zuid-Chinese zee, dwars door Vietnam en Laos over naar Thailand, volgen dan de Mekong zuidwaarts en fietsen richting Ubon Ratchatani.

Na onze laatste fietsvliegvakantie waren onze fietsen allebei beschadigd bij aankomst op Schiphol, zonder overstap nota bene. Dat was met een stevige canvas hoes. Dus nu maar eens, zonder dwang van de luchtvaartmaatschapij: de DOOS, gekocht op Schiphol. Tip voor de beginnende fietsdoosreiziger: er mag echt geen enkel fietsonderdeel uitsteken, want dat prikt direct door je mooie doos heen. De assen van de losse voorwielen moesten we alsnog verwijderen, ondersteboven in de doos hangend. De banden laten we ditmaal half vol, veel veiliger.

Met één overstap in Hongkong komt alles keurig en onbeschadigd aan in Danang. Onder veel belangstelling, voor de deur van de luchthaven, zetten we de fietsen in elkaar ("Do you have a raincoat? Because wet season!") Inderdaad, maar alles is relatief en we hopen bij het verlaten van Vietnam op een weersomslag. We rijden snel naar onze eerste halteplaats Hoi An en dat is maar goed ook, want het gaat de hele middag verrassend koud regenen. Woeste golven maken dat eventuele bountystrand-fantasieën als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Hoi An

Eerst maar bijkomen, wat is het toch fijn ontbijten in Vietnam, met een heerlijk stokbroodje. Een erfenis van de Franse bezetting.Rond het middaguur uur gaan we de stad in. Wat makkelijk, er zijn hier overal bewaakte fietsenstallingen (giu xe dap)! Hoi An is nog steeds een allerliefst plaatsje. Een klein verschil: 23 jaar geleden waren er twee hotels met een paar rugzaktoeristen en nu kun je lopen over duizenden (voornamelijk Chinese) hoofden. Da's wel even slikken, en het is niet de enige keer dat we verbijsterd zijn over de metamorfose van Vietnam na ons eerste bezoek.

Lang Co

Eerste reisdag; we zijn vlot ingepakt en om half tien op weg. De weg terug naar Danang is druk en lawaaiig maar gelukkig erg breed zodat we toch wel prettig fietsen. Er is veel te zien onderweg, vooral een enorm beeldencircus van de aaneengesloten rij beeldhouwerijen. In Danang doen we flink inkopen bij de bakker, cakejes, broodjes en lachende koe voor op de lekkere stokbroodjes.

Om twaalf uur beginnen we aan de Wolkenpas. Eenmaal boven, in de toeristenkermis, laten we de ober op de telefoon foto's zien van de verlaten pas, 23 jaar geleden. Hij vindt het prachtig. Het giet van de regen, dus we eten langdurig pho, pittige maaltijdsoep, altijd heerlijk. Tot over 23 jaar, roept de ober bij ons vertrek. Auw, dat doet zeer. Dan zijn we inmiddels in de tachtig! Het eerste stukje dalen is wat eng, ondoordringbare mist en er rijden heel grote bussen. Verder omlaag wordt het steeds beter en uiteindelijk wordt het zelfs droog. Peter dingt met succes flink af bij een enorm en best mooi complex aan zee in Lang Co. Het is onduidelijk wat de andere gasten hier zoeken, het strandweer kan het niet zijn.

Hue

Hé, zonneschijn! Vlak voor het het eerste pasje missen we de afslag en komen we in een tunnel terecht. Gelukkig is er een verhoogd paadje met een hobbelig wegdek. Foei wat een herrie, maar we komen er goed door. De weg is goed te doen, alleen moet je voortdurend anticiperen op het gedoe in de vluchtstrook. Opeens komt er een voetganger of fietser voor je en dan moet je uitwijken naar links, en daar rijden soms twee auto's naast elkaar. Deze hoofdroute was ooit, in 1994, nog een landweg. Gelukkig kunnen we bij de tweede pas tijdig er af. De rest van de dag fietsen we fijn langs de kust. Dit soort vriendelijke weggetjes konden we voorheen, in het pre-gps tijdperk, bij gebrek aan goede kaarten niet vinden. Heel veel prachtige tempels en schitterende graven in de duinen, kilometers lang in eindeloze lintbebouwing. Alle strandtenten zijn nog in opbouw voor het droge seizoen, daarom lunchen we met een stokbroodje met kaas bij de zee.

De keizerstad Hue blijkt een groot vakantiefestijn te zijn geworden. Dat heeft negatieve effecten op de romantische sfeer, maar ook veel voordelen! We vinden een grote kamer op de vierde verdieping met uitzicht op een drukke straat en de rivier. We eten Vietnamese specialiteiten temidden van een babylonisch toeristengekakel en wandelen mooi langs de rivier terug.

De volgende dag wandelen we naar het paleis. Het is mooi gerestaureerd, er zijn foto's en video's' over de oude tijd en een prachtige tuin. Bovendien is het helemaal niet druk. We zijn hier de hele dag zoet mee. Om de hoek kunnen we nog even in een verlaten museum kanonnen van de VOC bewonderen. We besluiten deze mooie dag met een mojito bij een jongen die ons "pho" leert zeggen, de overheerlijke maaltijdsoep die je op iedere straathoek kunt krijgen, tenminste, als je het woord begrijpelijk uit kunt spreken. Een must voor de fietser!

Dong Ha

Motregen. Eerst stelt de nattigheid niet veel voor, dus ik doe gewoon mijn windjack aan en plaats mijn zonnebril standby bovenop de bol, in de verwachting dat het zo opdroogt. We rijden een leuke weg door de dorpjes en de rijstvelden. De velden staan onder water en worden ge-egaliseerd met behulp van trekkers op enorme schoepwielen. Peter lust wel een koffie, maar er is niet veel langs deze weg. Pas als we weer een stukje naar de kust rijden wordt het weer rijker met mooie tempeltjes. Ondertussen worden we erg nat en Peter trekt zijn regenjas aan. Na de natte lunch lopen we vast op kleine paadjes en uiteindelijk vervolgen we de route via een soort mega verfpalet. Allemaal dieprode plassen. De toestand van bagage, fiets en benen wordt er niet beter op. Door het gebrek aan pauzes zijn we vroeg in Dong Ha, waar Peter een enorm, zeer glimmend hotel heeft geboekt. Na de nodige aarzeling spoelen we ons eerst maar af bij de fontein voor de enorme glasgevel van het hotel. Nood breekt wet. Niks aan de hand, we worden uiterst wellevend ontvangen en krijgen een heerlijke kamer met rainshower en weids uitzicht over de natte stad. Een paar deuren verder eten we heerlijk bij een zeer assertieve dame (kom maar hier eten, anders houd ik eten over).

Lao Bao

Sommige dingen veranderen niet zomaar. Om zes uur klinkt als vanouds een hoop herrie uit luidsprekers op straat. Opeens is het ook helemaal afgelopen met de westerse toeristen. Er is een uitgebreid, zeer Aziatisch ontbijt, gelukkig inclusief stukjes stokbrood. We nemen foto's in het hotel van de lobby, het meisje aan de balie vindt het supergrappig. Alles is hier enorm. Gelukkig is onze kleding weer bijna droog, alleen de schoenen zijn nog kletsnat. Geen probleem, gewoon aankleden en binnen tien minuten fietsen heeft alles toch de vochtigheidsgraad van de omgeving aangenomen. We gaan direct van het hotel richting Laos en rijden langs een militair object, waar Jan Soldaat naar ons salueert.

Dit is het gebied van de Ho Chin Min-trail, via welke route de communistische Vietcong (het Vietnamese bevrijdingsleger) de troepen in het zuiden bevoorraadde. De weg is en blijft lekker rustig en de regen blijft weg. De vogels en de bomen en de mensen en de huizen, alles verandert. Tijdens etenstijd is er geen eten, maar wel een helling van 400 meter. Leve de stroopwafels! Boven is er gelukkig rijst met van alles. Na nog een snel traject zijn we in Lao Bao. Ha, eindelijk lekkere droge lucht, net Europa. We logeren in hotel Sepon voor 15 dollar. We zijn weer mooi om vier uur binnen, en de zon gaat hier pas om kwart voor zes onder. Dat scheelt!
We doen ons best om de Vietnamese Dong op te maken maar het valt niet mee; er zijn hier alleen maar nutteloze dingen te koop. Dan schaffen we maar een enorm pak cakejes aan om het gat in de stroopwafelvoorraad aan te vullen. Helaas blijkt het voornamelijk uit lucht te bestaan. Gek genoeg kunnen we nergens rum krijgen. Later begrijpen we waarom: in Laos is de rum goedkoper dan de cola! We kijken uitgebreid naar de route omdat we weinig internet verwachten in Laos.

Laos

Eindelijk prachtig weer en een harde wind in de rug. Vietnam uitreizen is geen probleem, met name omdat niemand anders vanmorgen Laotiaanse plannen heeft. Om Laos in te komen moeten we eerst eindeloze formulieren invullen, dan blijkt een 20 dollar- biljet niet goed, er staan cijfertjes op. Na een hoop gedoe accepteert de douanier ook Thaise baht. De bank aan de overkant blijkt gewoon open op zondag en ruilt zonder commentaar het vernielde dollarbiljet om. Dat had de man wel meteen mogen zeggen! Over glooiende heuveltjes trekken we Laos binnen. We zien leuke huizen maar ook rijsthutjes met zinken dak, oei wat een armoede. De weg is lekker rustig, en de mensen spreken een soort Thai. Van alle kanten worden we toegezwaaid, "SABADEEEEE", en heel veel "Hello, hello". Het Lam Son-museum met oorlogstuig in Ban Dong blijkt precies dicht, maar we kunnen het door het hek heen ook wel zien. Helikopter, tanks enzovoort. Ook zien we heel veel schattige Vietnamese varkentjes.



Nog vóór de lunch zijn we bij het hotel. De prijs valt een beetje tegen, maar uiteindelijk zitten we prima voor 12 euro (120.000 kip). Al die nullen maken de onderhandelingen niet makkelijker. Op zoek naar de lunch zien we langs de weg kleine kokervormige mandjes met hele zielige biggetjes met een zielig afhangend staartje, wel veertig. Ik troost me met de gedachte dat ze per stuk aan een familie verkocht worden om daar een groot rond varken te worden natuurlijk. Ook zien we grote varkens in een mand achterop. Hoe krijgen ze die beesten toch in die mand? Het hotel is groot en er is zelfs een beetje internet. De trap naar de goedkopere kamers hebben ze opgeleukt met bommen. Bij het diner zien we nogal wat westerlingen uit de vele hotelletjes. Er wordt hier nog steeds naar vermiste Amerikanen gezocht, vandaar!

Muang Phalanxai

Bij vertrek worden we uitgezwaaid door andere westerlingen. We zien veel primitieve paalwoningen. Af en toe is het net of we een parkoers rijden, zo wordt er gejuicht langs de weg. Het warmt eindelijk op boven de 30 graden. Er zijn regelmatig dorpjes met houtskoolbranders, winkeltjes en zo. De heuvels glooien nog zachter dan gisteren en we hebben nog steeds flinke wind in de rug. Weer genieten we van schitterend asfalt met hier en daar een brug in aanbouw. De weg is rustig, maar toch zien we tweemaal een ernstig ongeluk. In Vietnam hadden echt alle motorrijders een helm, hier echt niemand. Na een dikke 90 km komt inderdaad zoals voorspeld een guesthouse, maar het is eigenlijk wel erg primitief. We denken nog misschien te verkassen, want we hebben slechts 60000 kippen (€6) geschokt. Maar er is verder echt niks. Voor de zoveelste maaltijd op rij eten we soep, altijd lekker hoor, maar er zijn grenzen. Gelukkig hebben ze overal lekker bier en cola met rum toe.

Savannakhet

Vandaag is er een echte Attractie langs de weg, maar ik zie maar net op tijd een bordje over de dinosauruspoot-afdrukken. Die zijn erg mooi, in een prachtige setting in de rivier. In de natte tijd staan ze onder water. Er zijn drie jongetjes die "fuck you!" zeggen. Als we wegrijden heb ik ze in plaats daarvan "love you!" geleerd, een hele verbetering. We doen koffie bij een tempel, erg vredig en krijgen weer soep voor de lunch. Deze keer doet de kokkin extra haar best. Bovenop de gevulde soep prijkt een kippenpoot. Het ziet er uit als een handje van een oude vrouw. Peter probeert erop te kluiven, maar hij beveelt het niet aan. Het is warm en we hebben moeite om gehydreerd te blijven. Peter doet een Red Bull met water in zijn bidon, goed idee!

Het laatste stuk is afzien. Savannakhet blijkt een grote stad met heel veel vrachtverkeer, de zon staat precies op ons neus en we dalen helemaal niet terwijl we de Mekong naderen. Uiteindelijk zijn we toch nog mooi op tijd binnen. Het is nu echt tot zes uur licht. Peter wil per se niet naar het enige travelerscafé, Lin's Café. Volgens hem is het allemaal niks of te duur of allebei. Uiteindelijk eten we iets behoorlijk vies. De baker blijkt geen gebak te hebben en de super is dicht, dus we moeten het weer doen met eigen voorraad. Er is nog één gesmolten stroopwafel om van te smullen. Morgenochtend gaan we echt wel in dat travelerscafé ontbijten!

Dino's in Savannakhet

Lin's travelerscafé blijkt geweldig, uitstekend ontbijt voor 35000 kip. Geluncht op de Mekong met catfishsoep, heerlijk, we komen vooral culinair gezien helemaal bij. Er is een schattig dino-museum, waar de beheerder allemaal enorme botten uit een la trekt, waar we zonder probleem aan mogen voelen. Zo'n versteend bot blijkt ook enorm zwaar. We doen een stadswandeling van de plaatselijke vvv. Alles is geweldig hier, zegt de folder. Er is ook een pont naar Thailand, wat ons goed zou uitkomen, maar helaas verwijzen ze ons vriendelijk doch beslist naar de brug, die voor fietsers verboden is. Alleen locals mogen van de pont gebruik van maken. We eten weer bij het travelerscafé Lin en het is alweer heerlijk, zelfs de twee glaasjes wijn.

Naar Thailand

De volgende dag rijden we richting Thailand en worden we bij de Thai Lao Friendship Bridge No.2 over de Mekong direct aangesproken: er wordt beslist niet over de brug gefietst. Uiteindelijk is een douanier toch heel behulpzaam met het regelen van een pick-up voor ons. Aan de Thaise kant van de Mekong is meer gedoe. We staan eerst in een verkeerde rij, niemand die ons helpt. Uiteindelijk krijgen we het goede papiertje om in te vullen en vinden we de juiste dame voor een stempel, maar het kost allemaal moeite. Blij fietsen we Thailand binnen, maar Peter krijgt prompt een lekke band. Precies voor een van de enorme bedrijven met de eerste schaduw sinds een week, speciaal voor bandenplakkers. De dames van de lunchsoep vinden ons geweldig interessant en ook de rest van de bevolking vindt het erg leuk wanneer Peter aan de verkeerde kant van de weg verder fietst. O ja, we moeten weer links in plaats van rechts fietsen! We vinden zowaar een dubbelloops fietspad, met bougainville erlangs!

Ontmoeting

We fietsen het nationale park Phu Pha Thoep in. Er is helemaal niemand, en we maken een prachtige wandeling tussen de bizarre rotspartijen, waarvan sommige op reusachtige paddenstoelen lijken. Maar het meest bijzonder is de onverwachte ontmoeting met Frank van Rijn, Neerlands bekendste fietser, onderweg naar de uitgang! Hij wil ook graag aan alle kanten met ons en onze fietsen op de foto.



We moeten alle drie over twee weken terug zijn in Nederland om een praatje op de Fiets en Wandelbeurs te houden. Frank staat op dezelfde tijd als wij op het programma. Oeps, dat zal onze zaalvulling niet ten goede komen! We fietsen nog een stukje door, want het is een prachtige avond en we hebben nog niet zoveel kilometers gemaakt. Net voor zonsondergang vinden we een aardige hut met een niet zoveel Engels sprekende meneer (niemand spreekt hier Engels). We moeten een stukje terugrijden voor een maaltijd, zegt hij. Inderdaad lukt het om in het pikkedonker en de verlatenheid langs de Mekong iemand te vinden die voor ons wil koken. Nogal een gedoe, want er zitten roedels nare honden langs de weg.

Er is echt Thais eten, heel heet, maar weinig eetbare calorieën. We laten de kippenklauw weer voor wat hij is. De uitbater snapt me niet meteen als ik cola om mee te nemen vraag en komt met ingepakte kippenklauwen achter ons aan. De honden slapen gelukkig op de terugweg. Ssst zachtjes rijden, geen slapende honden wakker maken.

Kemarath

Het is heet vandaag, we komen niet verder dan Kemmarath. Het eerste stuk is leuk, op binnendoorweggetjes, maar dan laat Google Maps alleen de hoofdweg zien. De informatie klopt, want als we eigenwijs een klein weggetje proberen, lopen we vast in de bananenbosjes. Er zijn hopen riviertjes zonder bruggetjes die in de Mekong uitmonden, vandaar! Gelukkig wordt de hoofdweg steeds smaller en daardoor gezelliger. Druk is het nooit. Het is een beetje zoeken naar een bungalowtje. Het laatste stuk van de reis zitten we precies in de Thai-toeristische zone voor het weekend, da's niet zo best, maar we weten toch een guesthouse te reserveren. We rijden een rondje in het aantrekkelijke plaatsje met traditionele houten huizen. En Kemmarath staat niet eens in de reisgids. Er is één restaurant, aan de Mekong, waar het zowaar makkelijk bestellen is, met plaatjes, en het zit helemaal vol met Aziaten. Lekker gegeten, maar een van de drie gerechten is te heet, terwijl we best wat kunnen hebben.

Pho Sai

Vandaag is het de heetste dag, zegt het weerbericht. We kunnen broodjes kopen bij de Texaco, dus dat start wel lekker. Het eerste stuk rijden we weer gezellig binnendoor, maar alras moeten we de doorgaande weg naar Pho Sai kiezen. Er zijn controles op de weg. Precies op de controleposten zijn de doorkomende busjes opeens leeg. Verder zitten ze bomvol personen, dit is grensgebied. Er zijn veel winkeltjes onderweg en mooie bushaltes, waar we lekker een Birdy (ijskoffie) kunnen doen in de schaduw.

Het is zondag en best druk met Thai die onbekende dingen gaan doen. Voordat de echte hitte toeslaat zijn we bij het hotel, waar tot onze blijdschap onze reservering van booking is doorgekomen en we een mooie bungalow betrekken. We stoven een tijdje op het balkon met een flinke bak thee en dan gaan we bij de Mekong kijken. Eerst maar eens eten. "Soep," bestel ik duidelijk, maar we krijgen noodles met de gebruikelijke peper. Toch wel lekker met anderhalve liter water.

We fietsen een stukje de verkeerde kant op vanwege een schitterende parasolboom met waanzinnig uitzicht langs de rivier, en dan weer de andere kant op de bosjes in, om over moeilijk begaanbaar terrein op een unieke plek met prachtige kleiformaties in de Mekong-bedding te komen. We zijn helemaal alleen op deze eindeloos mooie plek, alleen jammer dat het zonnetje zich precies niet laat zien.

Het is een beetje nevelig, en dus minder heet. Er zijn grote stapels boterhammen en een gebakken ei voor het ontbijt, niet gek. Als de buik rond is, schuift de kok ons twee bakken rijstsoep met varken voor de neus. Sorry! Maar het fruit is in dit deel van de wereld op de bon. Het wegdek is rommelig en er zijn heuveltjes, tegen de verwachting in. Na 20 km gaan we een bordje met een attractie achterna. We komen weer tussen de paddestoelstenen terecht. Met een boeddha, erg mooi. We genieten van het afwisselde landschap. Bij de Mekong is het een beetje zoeken. Het hotel dat we op het oog hadden heeft alleen nog heel dure kamers, maar drie km verder is plaats zat, met veranda met schitterend uitzicht over de Mekong. Om te eten moeten we terug naar het vorige hotel. Daar is, nogal voorspelbaar, een karaokefeest in volle gang. Tering, wat een herrie. De keuken bestelt het eten ergens anders. Dat bevordert de communicatie niet. We krijgen lekkere gefrituurde visjes die we absoluut niet besteld hadden en smakeloos varkensvlees met broccoli. Het eten hier in de Isan is toch wel wat minder dan we in Thailand gewend zijn. In het dorpje is een winkeltje waar je ontbijtinkopen kunt doen bij een lieve familie. Vijf eieren, met een standaardprijs van 20 baht, en iets anders kopen dan de aanbieding is te ingewikkeld.

Dagtochtje Pha Taek

Peter weet via Facebook een fietsenmaker in Ubon Ratchatani te vinden waar we dozen kunnen halen om de fietsen in te pakken voor de terugreis, top! Het is nog een pittig hellinkje naar Pha Taem National Park. Maar het is wel erg leuk, ook hier weer reusachtige rotspaddestoelen, mooie uitzichten en jungle. Buiten het weekend heb je de site voor je alleen. Met als hoogtepunt een reeks prehistorische tekeningen waar je een beetje moet klauteren, zonder hekken, maar wel met een spectaculaire honingraat, die gelukkig niet meer in gebruik is. De tekeningen schijnen 3000 tot 4000 jaar oud te zijn, het zijn er honderden. Verder lopen we nog naar een rots met superuitzicht, waar de film Alexander (over Alexander de Grote) van Oliver Stone is opgenomen.
We gaan terug naar hetzelfde restaurant als gisteren, maar niet omdat het de eerste keer zo heerlijk was. De monopoliepositie maakt het toch een onvermijdelijke keuze.

Kong Chiang

We staan lekker langzaam op met twee kopjes koffie. Waarbij we tot de ontdekking komen dat we ons, oeps, een dagje hebben verrekend. Nachtje te veel geboekt in Khong Chiang! Het is ook altijd een heel getel, de laatste dagen van een fietsreis. Nog steeds zien we veel drogende tapioca, blijkbaar een belangrijk voedingsmiddel in de Isan, de armste regio van Thailand. Vóór het stadje gaan we rechtsaf naar een enorme tempel met uitzicht, de Wat Tham Khuha Sawan, waar de veel vereerde monnik Luang Pu in een glazen kist is opgebaard, zonder dat zijn lichaam vergaat. We kunnen het niet echt controleren, want we zien alleen een hoofd in de hooggeplaatste vitrine. Er zijn heel veel schoolkinderen. Als iedereen even weg is slaat Peter zachtjes op de megagrote gong. Boiiing. Je wordt hier voor minder in de bak gestopt. Het prachtige hotelletje is zo gevonden. We lopen door het aardige dorp naar de samenvloeiing van de Mekong en de Moon. Mooi hoor. We hebben een relaxed middagje met een hapje langs de Mekong, wandelingetje, ijsje kopen en tape zoeken (voor de dozen, het is een hele organisatie om je fiets op de terugweg in een doos te stoppen). En dan wordt het zowaar echt fris! Het is lekker relaxen op het mooie balkon.

Moon Beach

Ontbijt met ei natuurlijk en enge worstjes en niet zo lekkere jam. Maar wel een soort boterhammen. De weg is makkelijk en gezellig geplaveid met dorpjes en winkeltjes, maar met groene rijstvelden was het wel heel veel mooier geweest. Nu, na de oogsttijd, is het wat grauw. Af en toe treffen we een kleurige tempel. We maken een zij-uitstapje richting Moon Beach, waar allemaal drijvende tentjes met maaltijd gehuurd kunnen worden. Wij doen maar even een cola op de wal. De waterbuffels zorgen voor spektakel door een rondje te knokken. Die beesten zijn toch wel erg groot!

Ubon Ratchatani

We rijden vlot naar Ubon Ratchatani. Wat een grote stad, het is een heel eind naar het hotel, waar we weer vrijwel de enige gasten zijn. Ik doe hoera, we made it! Met mijn armen omhoog. Het personeel gooit stemmig ook de armen omhoog, maar spreekt geen Engels. 's Avonds gaan we naar de prachtige verlichte gouden tempel, en bovendien is er een maansverduistering. Een familie heeft een mooie camera opgesteld en laat ons meegenieten. En daarna, doe 's gek, een Italiaans restaurant. Soort. Toch wel lekker, vooral de bruschetta. We genieten van een lekkere frisse nacht onder het dekentje.
De volgende dag met de fiets naar de fietsenhandel en ja hoor, de dozen liggen op een grote stapel klaar. Ze lijken wel een beetje klein, maar het is toch nog een gedoe om ze liggend op de fiets mee te nemen naar het hotel. Er is van alles te zien hier, een mooie houten bibliotheek bij de tempel, maar vies! Alle antieke boekrollen liggen te vergaan in de duivenpoep. Er zijn diverse echte attracties, maar de markt is eigenlijk het leukst, met grote levende vissen en een mevrouw die jammie, insecten verkoopt. Maar het lekkerst is een grote papaya, eindelijk. Terug in het keurige hotel, uitgevoerd in minimalistische betonstijl, eten we papaya aan het zwembad, waarbij het personeel achter ons aan loopt met bordjes, messen en vorken.

En dan gaan we aan de slag met de dozen. Als we net bezig zijn komen ze een kokosnoot aanbieden, ook heerlijk, maar het schiet niet op. Blijkt dat we twee verschillende maten dozen hebben. De kleinste is net een beetje krap, dom! Het stuur gaat eruit, het rekje en het zadel eraf en dan alles past precies. Eigenlijk is het voor de stevigheid veel mooier, een kleine doos. En lichter.

Na anderhalf uur ploeteren hebben we alles op z'n plek, inclusief spullen die we niet in de handbagage mee kunnen nemen (sloten, muskietennet, wandelstok, pomp, alle scherpe voorwerpen). Alles bij elkaar precies 40 kg. De rest hopen we als handbagage mee te nemen (21 kg). 's Avonds eten we op een enorme food market, heerlijk. We hebben een ingewikkelde terugreis met drie vluchten en twee overnachtingen in Bangkok, maar de fietsen komen ongeschonden uit de strijd.

Gefietste route

Etappe Km* Stijging
in m**
Danang - Hoi An 27 160
Hoi An - Lang Co 64 985
Lang Co - Hue 87 530
Hue - Dong Ha 83 384
Dong Ha - Lao Bao 82 890
Lao Bao - Xepon 50 337
Xepon - Muang Phalanxai 90 490
Muang Phalanxai - Savannakhet 110 720
Savannakhet - Don Tan 64 500
Don Tan - Khemarat 59 440
Khemarat - Pho Sai 41 325
Pho Sai - Pha taem 78 500
Pha Taem - Khong Chiam 23 250
Khong Chiam - Ubon Ratchatani 93 770
Totaal 951 km

* Inclusief omwegen voor boodschappen, routes naar treinstation, camping etc.

** Op basis van gecorrigeerde gps-data (deze zijn in onze ervaring ca. 25% hoger dan die van een barometrische hoogtemeter; de getallen geven vooral ook de zwaarteverhoudingen tussen de etappes weer)