Skip to content 
fietsen
Benjaminse-Rome-route naar Colmar, Donau-bovenloop tot Ingolstad (juni 2023)

Fietsen van Maastricht via Ardennen en Elzas naar de Duitse Donau

Op weg naar Rome fietsten we in 2005 al eens langs de Rijn naar Freiburg en Basel, maar er zijn meer mooie fietsroutes richting Zwitserland, bijvoorbeeld via de Belgische Ardennen en de Franse Elzas. Deze route is minstens even populair bij Rome-fietsers en staat beschreven in een fietsroutegids van Paul Benjaminse. En omdat we de Donau al vanaf Kelheim bij Regensburg tot aan de monding in de Zwarte Zee hebben gevolgd, willen we daarna het Zwarte Woud doorsteken de Donau vanaf de bron in Donaueschingen tot aan Kelheim te volgen, zodat we ook deze rivier geheel "gecoverd" hebben.

Van Maastricht naar Monschau

We beginnen onze fietstocht in Maastricht, aan de Maas, en rijden oostwaarts richting Bemelen, waar de steile mergelformaties voor de randstedeling gelijk al exotisch ogen. De beklimming van de Bemelerberg (5%) zet de toon voor de rest van deze heuvelende etappe. Op het wat vlakkere Limburgse plateau raken we verzeild tussen honderden racefietsers die deelnemen aan de "Limburgs mooiste" toertocht, wat een hoop lollige opmerkingen en commentaar oplevert. We stijgen via levendige toeristendorpen als Bemelen en Epen rustig door naar de Belgische grens en volgen de route richting Plombières en Kelmis. Altijd weer apart om op de verkeers- en reclameborden te zien hoe de voertaal hier per dorp verschilt, nu eens Nederlands en dan weer Frans. De vele korte hellingen maken dit een pittig traject door een geaccidenteerd landschap; opvallend genoeg is het hier een stuk rustiger is met fietsers en wandelaars dan in het Nederlandse Limburg. Bij Moresnet passeren we het imposante spoorwegviaduct van ruim een kilometer lengte, ooit in WOI door de Duitsers aangelegd, waarover nu goederentreinen tussen Antwerpen en Aken de Geul passeren.

Na Raeren is het gedaan met de hellingen en pakken we de Vennbahn op, die alleen nog maar vals plat omhoog loopt. Deze voormalige spoorlijn is tot een voorbeeldig fietspad van glad asfalt omgetoverd. De voorzieningen langs de route zijn prima, in de voormalige stations is vaak horeca gevestigd. De Vennbahn maakt weliswaar een paar flinke slingers om te steile hellingen te vermijden, maar we kunnen goed doorrijden over deze route, nu eens in België en dan weer in Duitsland. Veel afwisseling biedt het traject hier niet, want aan weerskanten van het pad belemmeren dichte bossen het uitzicht.

Voor de overnachting moeten we vanaf de Vennbahn bijna 150 meter afdalen naar Monschau, het superpittoreske vakwerkdorp dat vrijwel geheel uit hotels en restaurants bestaat. Voor wie in de jaren zestig is opgegroeid, was Monschau vaak het eerste buitenlandse uitstapje vanuit het vaderland (net als de Drachenfels bij Königswinter). Het is er nog steeds erg druk met vakantie vierende Nederlanders trouwens. Camping Perlenau, 2 km buiten het dorp, is er eentje zoals we die graag zien en we vinden er een mooi plekje langs het riviertje. Een hamer voor de keiharde grond is snel geleend.

Van Monschau naar Schengen

Nadat we vanuit het nauwe dal van Monschau weer omhoog geklommen zijn naar de route, wordt de Vennbahn aantrekkelijker. Die voert nu op een hoogte van rond de 500 meter door een meer open landschap met regelmatig mooie uitzichten. We zijn in Duitstalig België, een vrij dunbevolkt gebied met Sankt-Vith als grootste plaats. Een tijdlang volgen we de rivier de Our in een stil en verlaten gebied zonder autoverkeer, maar na Burg-Reuland loopt er geen fietspad of weg meer langs de rivier en moeten we via een stille asfaltweg noodgedwongen 200 meter klimmen naar het Duitse Lützkampen. Aan het eind van de etappe oogt Dasburg pittoresk, maar we schieten er steil afdalend in vliegende vaart doorheen, rechtstreeks naar de fraai gelegen camping langs de Our, aan de Duitse kant. De beheerder verwacht "zeker nog vier tot vijf Rome-fietsers uit Nederland", maar die komen niet.

We passeren Vianden, een populair vakantieplaatsje dat zijn beste tijd gehad lijkt te hebben en ietwat treurig oogt, al schijnt de zon. Vreemd genoeg lijkt het dorp over geen enkele supermarkt beschikken, en we nemen onze toevlucht tot de shop van een benzinestation voor de nodige proviand. Na de samenvloeiing van de Our en de Sauer verschijnen rond Echternach de eerste wijnhellingen langs de rivier. Vanaf Wasserbillig rijden we steeds langs de de Duitse kant van de Moezel. Die is veel rustiger dan de Luxemburgse zijde, waar een drukke doorgaande weg loopt.

Bij Remich loont het om twee kilometer Duitsland in te rijden, waar bij Nennig de resten van een Romeinse villa zijn ontdekt. Het prachtige mozaïek uit de derde eeuw na Chr. telt ruim 3 miljoen steentjes en is net iets te perfect gerestaureerd, maar niettemin de omweg zeker waard. Vanaf de balustrade die op een paar meter hoogte om het mozaïek heen loopt, kunnen we de afbeeldingen van gladiatoren die met elkaar en met wilde dieren in gevecht zijn goed bekijken (toegang €3).

We zetten koers naar Schengen, waar langs de Moezel met foto's, pilaren en vlaggen de totstandkoming van het roemruchte verdrag over vrij personenverkeer in beeld wordt gebracht. We zijn er nog steeds blij mee, want we zijn deze reis al zeker tien keer zonder enig oponthoud een grens overgestoken. Vandaar toch even een foto. Schengen ligt vlakbij het drielandenpunt tussen Duitsland Luxemburg en Frankrijk, maar dat ligt midden in de Moezel dus kunnen we niet bezoeken. Het Schengen-verdrag werd wel op een boot in de rivier bij dat drielandenpunt getekend, wat een symboliek.

Van Schengen naar de Elzas

We volgen de Metz-variant van het Benjaminse-routeboekje en steken meteen na Schengen de Franse grens over. We blijven de Moezel volgen richting Thionville. Wie wel eens over de autoroute A31 richting Metz is gereden, zal geen positief beeld van deze stad hebben (een 19e-eeuwse kerk op een paar meter van de snelweg zet de toon), maar het stadscentrum valt mee. Er zijn in elk geval een paar gezellige terrasjes. Verderop langs de fietsroute heerst het verval van verroeste fabrieksinstallaties, die getuigen van de ooit bloeiende staalindustrie.

Het traject tussen Thionville en Metz langs de gekanaliseerde Moezel is vlak en tamelijk saai, maar de stad Metz is zeker een bezoek waard. De gotische kathedraal is ronduit schitterend en in het centrum zien we opvallend veel statige Duitse gebouwen uit de periode 1871-1918, toen Lotharingen Duits was. De populaire stadscamping ligt vlak bij het centrum en is ruim opgezet, maar het valt niet mee een vlak plekje te vinden op de tentenstrook langs de Moezel.

Na Metz duiken we het landelijke Lotharingen in, een uitgestrekt landbouwgebied met alleen wat verspreide dorpen zonder veel leven. Uit voorzorg doen we in Metz alvast voor de hele dag inkopen. Daarbij rijden we verkeerd en het kost nogal wat moeite om via de vervelend drukke en heuvelige D4 de route terug te vinden. De rest van de dag rijden we in een glooiend landschap over smalle weggetjes tussen akkers en bospercelen door, met af en toe een klimmetje. Het dorpswinkeltje in Mittersheim is zowaar nog open en de chalet-camping aan het meer heeft een groot, leeg knollenveld met stroompaal voor fietsers in de aanbieding, dus we zijn tevreden.

We volgen een kanaal met flink wat sluizen langs het merengebied ten zuiden van Mittersheim, dat druk in gebruik is met plezierboten. Het doet denken aan de Bourgondische kanalen en het Canal du Midi in Zuid-Frankrijk. We slaan af en volgen een wat heuveliger traject, in het Benjaminse-routeboekje getypeerd als "enkele kilometers hinderlijk stijgen en dalen". Het streekcentrum Sarrebourg kent eindelijk weer wat leven en dat betekent voor ons cappuccino en millefeuilles bij de plaatselijke pâtisserie. We volgen niet de Vogezendoorsteek over de Col du Donon om de Elzas te bereiken, maar een vrijwel vlakke route over een fietspad langs de in onbruik geraakte waterloop van het riviertje de Zorn. Dit is een prachtig traject langs rode rotsformaties en overwoekerde sluisjes. De scheepvaart volgt via een tunnel het hoger gelegen Canal du Marne au Rhin, waarlangs ook onze route later voert.

Van de Elzas naar de Donaubron

Molsheim heeft met de vele vakwerkhuizen, het gezellige dorpsplein en de alomtegenwoordige ooievaars alle kenmerken van een typisch Elzasdorp, en we blijven hier een dag om uit te rusten en wat rond te wandelen over de omringende wijnhellingen. De uitzichten over de uitlopers van de Vogezen en het uitgestrekte, vlakke Rijndal tot aan het Zwarte Woud zijn prachtig. Het weer blijft ook ideaal, we hebben al een week lang een vrijwel onbewolkte hemel zonder extreme hitte.

In de Elzas komt ons routeboekje goed van pas. We volgen grotendeels de bordjes van de Eurovelo 5, maar waar die nogal eens voor steile hellingen kiest, geeft Benjaminse vaak prima alternatieven lager op de wijnhellingen aan. We missen dan toeristentrekkers als Riquewihr en Ribeauvillé, maar we hoeven niet elk schilderachtig dorp met vakwerkhuizen, wijnhandelaren en ooievaars te bekijken.

Na Turckheim zetten we koers naar de bron van de Donau in het Zwarte Woud. We slaan linksaf het brede Rijndal in, rijden door het toeristische, volledig omwalde vestingstadje Neuf Brisach en steken bij bij een enorm sluizencomplex vlak voor Freiburg de Rijn en daarmee ook de landsgrens over. (voor het vervolg richting Rome zie Pelgrimsroute naar Rome deel 2, Zwitserland-Splügenpas en deel 3, Italië) Vlak voor Freiburg volgt nog een niet al te lange, maar steile klim met even steile afdaling, die alleen via een flinke omweg te vermijden is. Je kunt vanaf Freiburg een pittige route naar het hooggelegen toeristenplaatsje Titisee volgen, maar er rijdt ook een regiotrein die gratis fietsen meeneemt, en daar kiezen wij voor. Na Titisee volgen nog een paar forse hellingen tot een hoogte van 1100 meter in het Zwarte Woud, waar grote boerderijen en sparrenbossen het beeld bepalen. Over een kaarsrecht onverhard bospad dalen we kilometers lang af in de richting van Braunlingen en Donaueschingen, waar de camping verder buiten de stad blijkt te liggen dan gedacht, zodat we pas de volgende ochtend op zoek gaan naar de Donaubron. Die ligt midden in het stadje naast een mooi slotpark, waarvan de poort helaas gesloten is. Op het monument met beeldengroep dat rond de bron is aangelegd, staat vermeld dat het nog 2840 km naar de zee is (volgens Wikipedia 2888 km). Goed beschouwd is dit een van de drie Donaubronnen, waarvan die van de Brech bij Furtwangen de officiële is, omdat die het verst van de monding ligt.

Van Donaueschingen naar Ingolstadt

Na de samenvloeiing is de rivier in elk geval nog niet veel meer dan een ondiepe stroom in het weiland, zo blijkt als we de Donau een paar kilometer verderop oversteken. Bij Tuttlingen, nog een eind verderop, zien we dat de Donau in het karstlandschap zelfs geheel droogvalt, de Donauversinkung. Het water stroomt ondergronds verder langs de waterscheiding met de Rijn en stroomt dan bovengronds als de rivier de Aach in de Bodensee, en daarmee dus in de Rijn. Geen sterk begin dus van deze grote Europese rivier, maar het landschap en de dorpen langs de meanderende Donau zijn zeker aantrekkelijk.

De Donauroute is prima bewegwijzerd en op de fietspaden zelfs met een Schöne Blaue Donau-streep aangeduid. Bijna twee dagen lang fietsen we door een vrij nauw dal met steile rotsen, hooggelegen kastelen en pittoreske dorpen met vakwerkhuizen. Af en toe stuiten we op flink steile hellingen, maar die zijn nooit lang. We zijn inmiddels in Schwaben, waar het ongelooflijk netjes en keurig is. In de dorpen groeit geen grassprietje tussen de stoep- of straatstenen, de tuinen en de ruim bemeten huizen zijn puntgaaf onderhouden en iedereen rijdt in een puntgave zwarte, witte of desnoods grijze Audi, Mercedes of VW. Een beetje benauwend is het wel, al die perfecte burgerlijke welvaart zonder enig rafelrandje. De camping in Hausen is gelukkig heel relaxed en ligt prachtig langs de Donau, met uitzicht op steile rotsen (neem proviand mee, er is geen winkel of restaurant in het gehucht). Raadselachtig is wel waarom twee gezette oudere Franse fietsers op nog geen drie meter van onze tent een plek kiezen, terwijl er plaats zat is. Wegens het hoge snurkrisico verplaatsen we onze tent een aantal meters, wat de twee helemaal niet raar lijken te vinden.

Een bijzondere bezienswaardigheid is de druk bezochte Blautopf in Blaubeuren, een bron die een klein meertje vormt dat bij zonneschijn een betoverend blauwe kleur krijgt. Voor de Blautopf volgen we de Donauradweg-routevariant via het Blautal, wat sowieso aan te raden is, want het is een mooi, rustig dal. In de grote stad Ulm, die kan bogen op de hoogste kerktoren ter wereld (161 m), rijden we door de nauwe straatjes van het gezellige Fischerviertel langs de Donau. Die wordt hier ineens een serieuze rivier dankzij het water van de Iller en de Blau, die zich hier bij de stroom voegen.

Na Ulm wordt het land vlakker en tegelijk trekt de oostenwind flink aan, zodat we een tijdlang dwars tegen de storm in tussen de tarwevelden door moeten ploeteren. Camping Gutshof Donauried richt zich vooral op campers, heeft een broodjesservice en er is een café met terras, maar tentkampeerders kunnen alleen terecht op een enorm hobbelig, wat smoezelig veldje achter een schuur. Richting Ingolstadt passeren we nog een paar imposante sloten, stuk voor stuk wit gepleisterd met rode daken. Vooral Neuburg maakt indruk met zijn hooggelegen burcht. Jammer genoeg komen we net een dag te kort om Kelheim te kunnen bereiken, waar we jaren geleden onze tocht langs de Donau naar de Zwarte Zee begonnen. In Ingolstadt nemen we de trein naar Augsburg en reizen in een lange dag naar huis. Het traject tussen Ingolstadt en Kelheim (40 km, inclusief een veerboottochtje) houden we nog tegoed.

Gefietste route

Etappe Km* Stijging
in m**
Maastricht – Monschau (Naturcamp Perlenau) 83 1009
Monschau – Dasburg (camping Relles Mühle) 84 740
Dasburg – Wasserbillig (camping Schützwieze) 81 630
Wasserbillig – Metz (camping Municipal Metz) 100 530
Metz – Mittersheim (camping Le Lac Vert) 88 780
Mittersheim – Molsheim (camping municipal Molsheim) 86 760
Molsheim – Turckheim (Camping Le Médiéval 76 570
Turckheim – Freiburg 56 480
Titisee – Donaueschingen (camping Riedsee) 39 420
Donaueschingen – Hausen im Tal (camping Wagenburg) 81 610
Hausen im Tal – Ehingen (Hotel Ehinger Rose) 92 860
Ehingen – Donauried (camping Gutshof Donauried) 75 570
Donauried – Donauwörth (Zeltplatz Kanu-club Donauwörth) 74 570
Donauwörth – Ingolstadt (camping Auwaldsee) 72 460
Totaal 1087 km

* Inclusief omwegen voor boodschappen, routes naar treinstation, camping etc.

** Op basis van gecorrigeerde gps-data (deze zijn in onze ervaring ca. 25% hoger dan die van een barometrische hoogtemeter; de getallen geven vooral ook de zwaarteverhoudingen tussen de etappes weer)